Het speelveld omvat negen ringen op negen lijnen, drie op elk van hen. Twee spelers om de beurt fiches van hun kleur op een van de ringen. Aan het begin van het spel heb je vier witte chips, je tegenstander heeft vier zwarte chips. De winnaar is de eerste persoon die alle drie de ringen op een rechte lijn te bezetten. Spelers om beurten ook om het spel te starten.
Thomas H. O'Beirne uit Glasgow, auteur van puzzels en paradoxen (Oxford, 1965), experimenteerde met topologisch verschillende patronen van negen rijen om te zien welke van deze geschikt zijn voor een tic-tac-teen spel waren. Hij vond dat op alle reguliere configuraties de beginnende speler kan gemakkelijk winnen. De enige uitzondering is de hier getoonde configuratie.